Verslag conferentie over Intentional Communities op 10 febr. j.l.

Artikel
Inclusion

Verslag van Pim Blomaard

Dan McKanan, houder van de Emerson leerstoel aan Harvard Divinity School in Boston, heeft een visie uitgewerkt op de ontwikkeling van leefgemeenschappen (intentional communities). De meeste gemeenschappen overleven de eerste jaren niet en vele overleven de dood van hun oprichter niet. In onze tijd zijn er niettemin een heel aantal leef- of woongemeenschappen die richting de 100 jaar gaan. Daartoe behoort ook de Camphill beweging, die in 1938 is gestart door een groep vluchtelingen die naar Schotland was gevlucht en daar een huis voor kinderen met een verstandelijke beperking oprichtte. Zij lieten zich onder meer inspireren door de antroposofische visie die de gelijkwaardigheid van mensen met een verstandelijke beperking vooropstelt.

De vier fasen waar iedere community doorheen gaat

McKanan onderscheidt de volgende fasen die gepaard kunnen gaan met opeenvolgende generaties.
De eerste fase (creation en vision) wordt bepaald door de oprichters, de pioniers, die een missie en visie hebben; iedereen verbindt zich vol overgave aan die missie en offert daar heel veel voor op. De tweede fase is die van samenwerking na het overlijden of vertrek van de pioniers (cooperation) waarbij het leiderschap wordt gedeeld. De derde is die van de omkering waarin de gemeenschap in dienst komt te staan van het individu en men moet leren de nieuwe generatie te vertrouwen om samen een nieuwe vorm te vinden (recreation). De nieuwe generatie komt niet meer met het commitment van de eerste generatie. De vierde fase wordt existentieel: men raakt stilaan in verval of er komt een transformatie.

Drie existentiële opties na 3 generaties

In de vierde fase ziet McKanan drie opties:
1) Inkapseling. Je wordt als beweging zo groot, dat je diversiteit en continuïteit binnen de eigen gelederen kan organiseren (zoals de Hutterieten, met 45.000 leden); je bent een samenleving in het klein geworden.
2) Versmelting. Je geeft de oorspronkelijke missie op en gaat verder, min of meer los van de oorspronkelijke gemeenschapsidealen; je richt je op andere doelen en waarden, die ook in de oorspronkelijke gemeenschap leefden maar niet op de voorgrond stonden. Zo laten sommige gemeenschappen het delen van leven en inkomen los, maar richten zich sterker op de gelijkwaardigheid en participatie van bijv. mensen met een verstandelijke beperking.
3) Verweving. Je komt in samenwerking met je omgeving; je komt tot cocreatie met je buren. Externe partners worden mede dragers van je eigen identiteit. Je komt tot 'creative partnership' in een 'symbiotische' vorm van samenleven. Hier wordt het spannend in hoeverre de oorspronkelijke identiteit overeind blijft. Juist omdat deze open vorm van samenwerking afhankelijk wordt van de politieke context. Je zult krachtig moeten opkomen voor je eigen waarden, willen die niet het onderspit delven (spirit of protest).

In de tweede en derde optie kunnen leefgemeenschappen ook woongemeenschappen worden in een lossere vorm (co-housing) waarbij je veel privacy en eigendom hebt en toch meer met elkaar deelt en samen aan meer duurzaamheid werkt.

Community of Communities

De oproep van McKanan is dat ideële gemeenschappen, waartoe ook bijv. bewegingen als l 'Arche en ecodorpen behoren, meer met elkaar samenwerken, meer van elkaar leven en bij elkaar in de keuken kijken. Zo kunnen gemeenschappen die met de normale samenleving versmelten en tot een normale organisatie worden leren hoe ze idealen kunnen vasthouden. Zo kunnen normale organisaties leren hoe ze het element van gemeenschapsvorming vitaliseren. Juist de nieuwe initiatieven vinden nieuwe wegen uit. Zo kan een community of communities ontstaan. Dat is ook de doelstelling van de ICSA (international communal studies assocation) waar Dan Mckanan mede leiding aan geeft.

McKanan stelt aan het slot van zijn boek over de geschiedenis van Camphill (dat herfst 2020 verschijnt) een uitdagende vraag: zou je bij de derde optie niet zo ver moeten gaan dat je iedere betrokkene werkelijke invloed geeft op de gedeelde identiteit? Die uitdaging houdt in dat er geen inner circle meer is die de identiteit bepaalt en bewaakt. McKanans vraag heeft ook te maken met zijn zorg dat de binnenkring van een leefgemeenschap andere mensen (bijv. de mensen met een verstandelijke beperking) gebruikt voor hun eigen ideaal, dus eigen misbruikt, vanuit een egoïstische houding die zielige mensen instrumentaliseert voor hun eigen zelfbevestiging en deze anderen geen echte invloed geeft.

De actualiteit van dit onderwerp blijkt uit de vele nieuwe woonconcepten die tegenwoordig ontwikkeld worden en het ontstaan van steeds meer kleinschalige woongemeenschappen. Delen is het nieuwe hebben, wordt ook gezegd. Het belang hiervan is dat juist ook de mensen die het moeilijk hebben, een kans krijgen in een samenhang te leven. Zoals de vluchtelingen, de mensen met dementie, de jongvolwassenen die het even niet meer redden.

verder lezen in dit verslag van Pim Blomaard?

Meld je aan voor de nieuwsbrief van Antropos.nu

Regelmatig een inspirerend voorproefje van kleurrijke bijdragen.